Spelen is een natuurlijk proces voor kinderen. Spelen gaat vanzelf en ondertussen wordt er veel geleerd.
Het is heel belangrijk voor de motoriek en de cognitieve en sociale ontwikkeling van je kind.

Ik, ik, ik

Spelen ontstaat vanuit het niets en er is niet veel voor nodig. Je dreumes bijvoorbeeld, vermaakt zich goed met een pan en een pollepel. Of soms enkel met een papiertje.

Bij een dreumes draait alles om zijn eigen persoontje. Hij heeft geen anderen nodig om zich te vermaken en kan zich ook niet in anderen verplaatsen. Het besef van zijn eigen ik bloeit volop, hij is het centrum van het universum.

Delen of op zijn beurt wachten is onbespreekbaar, daar is hij gewoonweg nog niet aan toe. Na het tweede jaar verandert dit. Hoewel je kindje dan nog steeds op zichzelf is gericht, raakt het geïnteresseerd in anderen en wat zij doen...

Van mij...

Eenmaal een peuter blijft je kind ook voornamelijk op zichzelf gericht. Hij benadert alles vanuit zijn eigen perspectief. Bijvoorbeeld door nieuwsgierig te zijn naar het speelgoed waar een ander kindje mee speelt. Hij wil eigenlijk hetzelfde doen, de ander imiteren. Het liefst met hetzelfde speelgoed en dan hetzelfde spelletje spelen. En dat maakt delen praktisch gezien al lastig.

‘Van mij’ is een standaardzinnetje dat je vaak zult horen van je peuter. Tot hij begrijpt dat er ook nog andere kinderen zijn met wensen en behoeftes. Dit besef komt zo rond het vierde levensjaar...

Parallel spelen

Samen spelen is dus lastig voor een peuter. Juist omdat hij nog zo gericht is op zichzelf, vindt hij het moeilijk om iets te doen wat een ander wil. Peuters spelen meer naast elkaar dan met elkaar. Dit noem je parallel spel. Naast elkaar en eigenlijk zonder interactie. Als ze elkaar wel vinden in het spel komt dit vaak doordat ze met hetzelfde willen spelen...

Het is voor je kind heel goed om met andere kinderen in aanraking te komen. Hierdoor leert hij zich sociaal te ontwikkelen. Door het gedrag van je kind te corrigeren op het moment dat het speelgoed van een ander kind afpakt, leer je het ook sociale vaardigheden aan. Bijvoorbeeld door je kind te vertellen dat je ook vriendelijk om het speelgoed kunt vragen. Door dit samen
met hem te doen zal hij dit gedrag overnemen. En de kracht zit ‘m in de herhaling...

Veel ouders maken zich zorgen dat hun kinderen niet goed – of helemaal niet – samen kunnen spelen. Vooral peuters en kleuters hebben eerder de neiging om elkaars blokkentoren om te schoppen, dan om behulpzaam een legosteentje aan te reiken. Hoe komt dat? Omdat samen spelen een sociale vaardigheid is, die – zoals alle vaardigheden – gewoon geleerd moet worden. Dat kun je niet zomaar.

In dit artikel laten we zien hoe je je kinderen bij dat leerproces kunt begeleiden.

Peuters (2-4 jaar)
Peuters kunnen verbazingwekkend veel, maar er zijn ook nog talloze dingen die ze niet kunnen. Eén van die dingen is samen spelen. Dat komt doordat kleine kinderen, waaronder peuters, nog heel sterk op zichzelf gericht zijn. Ze zien zichzelf als het centrum van de wereld, en kunnen zich nog niet inleven in anderen.

Succesvol samen spelen betekent: samenwerken. En voor een succesvolle samenwerking is het nodig om je in te kunnen leven in een ander. Je moet bijvoorbeeld de behoeftes van de ander kunnen inschatten, en uit zijn gedrag kunnen afleiden wat hij wel en niet leuk vindt. Aangezien peuters dat nog niet kunnen, kunnen ze ook niet samen spelen.

  • Peuteractiviteitenweb

Dit vinden je kind(eren) geweldig!

PeuteractiviteitenKrant

Meld u aan voor onze krant
Aanmelden
© 2014 - 2023 Peuteractiviteitenweb | sitemap | rss | webwinkel beginnen - powered by Mijnwebwinkel