Taalontwikkeling/stimulering bij peuters

De taalontwikkeling ontwikkelt zich al vanaf de geboorte van het kind. Het kind begrijpt eerst woorden en zal ze dan zelf gaan uiten. Tussen 13 en 18 maanden beginnen kinderen de eerste woorden te uiten. Het kind begint vanuit het brabbelen losse woorden te zeggen. Dit zijn vrijwel altijd woorden die dicht bij het kind staan, bijvoorbeeld: papa, mama, auto. Kinderen leren nieuwe woorden doordat ze deze vaak horen en na proberen te zeggen. Op deze manier groeit de woordenschat. Op deze leeftijd zullen de woorden nog niet altijd goed worden uitgesproken. Het is belangrijker wat het kind zegt en niet hoe het kind het zegt.

Vaak gaat de éénwoordfase vloeiend over in de fase waarin kinderen 2 woorden achter elkaar gaan zeggen. Dit gebeurt meestal tussen de 18 maanden en 24 maanden. Kinderen ontdekken dat ze met een tweewoordzin met taal meer kunnen dan alleen benoemen. Ze kunnen duidelijk maken wat hun wensen zijn, bijvoorbeeld: slapen niet (ik wil niet slapen). Het kind begrijpt nu niet alleen losse woorden, maar ook enkelvoudige opdrachten, bijvoorbeeld: ‘pak je jas.’

Vanaf 24 maanden worden de zinnen geleidelijk aan langer. Ook gaat het kind korte gesprekjes voeren. In deze gesprekken kan het antwoord geven op wie/wat vragen, bijvoorbeeld: ‘wie is dat?’ Rond het derde levensjaar begrijpt het kind langere opdrachten en kan het antwoord geven op ‘waar’-vragen. Het kind spreekt nu in zinnen met minimaal vier tot vijf woorden. De zinnen zijn niet altijd goed geformuleerd, maar dat is op deze leeftijd nog niet erg.

Hieronder volgen enkele tips hoe u de taal van uw kind kunt stimuleren:

  • Benoem alles wat u doet op het niveau van uw kind (bijvoorbeeld bij het tafel dekken benoemt u de voorwerpen, bord, lepel enz.). Dit kunt u al doen vanaf de geboorte, zodat het kind woorden leert begrijpen.
  • Zinnen maken. Probeer uitingen van het kind in goede, korte zinnen te herhalen. Bijvoorbeeld: Kind: bord hier. U: ja, het bord moet hier.
  • Dit geldt ook wanneer uw kind een woord niet goed uitspreekt, bijvoorbeeld: kind: isie. U: ja, televisie.
    • Voorlezen. Door uw kind voor te lezen uit een prentenboek, leert het nieuwe woorden, zinnen en leert het gesproken taal steeds meer te begrijpen.
    • Geef uw kind de tijd om een reactie te geven. Jongere kinderen reageren langzamer dan oudere kinderen.
    • Als u uw kind niet begrijpt, doe dan niet alsof, maar probeer erachter te komen wat uw kind bedoelt door het te laten aanwijzen of gerichte
      vragen te stellen.

     

Het belangrijkste is dat u tijd neemt voor uw kind en rustig spreekt.

Uit onze ervaring als logopedist blijkt dat kinderen al spelende de taal ontwikkelen. Spelen is voor kinderen leuk en tegelijkertijd leerzaam.

Spelen is leren!

Daniëlle Penders & Gonda Käfer

bron: 2dubbel.nl ©

  • Peuteractiviteitenweb

Dit vinden je kind(eren) geweldig!

PeuteractiviteitenKrant

Meld u aan voor onze krant
Aanmelden
© 2014 - 2023 Peuteractiviteitenweb | sitemap | rss | webwinkel beginnen - powered by Mijnwebwinkel